Twee fanatieke fietsers. Ze crossen regelmatig door de bossen van Flevoland op hun mountainbikes. Roel Daalder (13) en Tom Sloetjes (32) uit Lelystad gaan met elkaar in gesprek over hun grootste hobby. Het nieuwe land kaal, vlak en saai? Daar zijn ze het beslist niet mee eens. ‘De paden zijn hier net zo mooi als op de Veluwe’, klinkt het beslist.
Tom: ‘Vertel eens Roel, waarom vind jij mountainbiken zo leuk?’
Roel:
‘Jumps, drops, down hill, bochtjes en een mooie schans: ik vind vooral die tricks leuk om te doen. Vlak bij mijn huis is een heuvel en daar ben ik vaak te vinden. Ook met mijn vader, op zijn mountainbike uit 1990 met verroeste ketting, ha. Hij vindt al die bochtjes iets minder leuk. En jij dan?’
Tom:
‘Ik heb ook een racefiets, maar wat ik zo leuk vind aan moutainbiken is dat je nóg dichter in de natuur komt. Van het fietspad af, het bos in en als daar dan een mooie route ligt vind ik dat uitdagender dan wielrennen. Dan raak ik in een soort concentratie, omdat ik me focus op wat ik doe. Dat moet ook wel, want anders lig ik naast mijn fiets. Grappig, want op de racefiets maak ik mijn hoofd juist leeg door gewoon te gaan en niet op te letten.’
Roel: ‘Maar dat kan ook prima in Flevoland, want het is niet zo druk.’
Tom: ‘Klopt, inderdaad. Als ik vanaf Lelystad over de Knardijk fiets kom ik niets en niemand tegen. Geen stoplichten. Geen auto’s. Alleen maar schapen. Verstand op 0 en gáán. Al kun je ook met je racefiets slingerpaadjes kiezen, hoor. Je hoeft niet per se tegen de wind in te beuken. Wat dat betreft wordt Flevoland steeds meer een wielerprovincie, helemaal nu de Benelux Tour ook weer onze provincie aan doet. Heb jij eigenlijk een racefiets?’
Roel:
‘Nee, wel een BMX. Ik hou van tricks. Lange, rechte routes zijn eigenlijk niets voor mij. Weet je wat ik echt een tof parcours vind? Roggebotzand in Dronten.’
Tom:
‘Dat is zeker een mooie route! Je fietst eigenlijk over een zandplaat, tussen de dennenbomen door. Heel on-Flevolands. Op de mountainbikeroute Braambergen in Almere kun je in korte tijd lekker veel hoogtemeters maken. Of oefen je techniek in de kas in Almere: je kunt eindeloos rondjes rijden. Dat kan eigenlijk nergens anders in Nederland.’
Roel:
‘De route in het Horsterwold bij Zeewolde heeft ook veel heuveltjes, daar maak ik altijd lekker veel jumps. Heerlijk is dat!’
Tom:
‘Mountainbiken is echt een technische sport geworden. Vroeger waren het vooral wielrenners die in de winter de mountainbike pakten en het bos ingingen. Flevoland heeft echt een enorme slag gemaakt om uitdagende routes te maken. Dat verwachten mensen helemaal niet van Flevoland.’
Roel:
‘Nou, ik eerlijk gezegd ook niet. Moet ik in de middle of nowhere gaan wonen? Ik blijf liever in Diemen, dacht ik toen mijn ouders vertelden dat we naar Lelystad gingen verhuizen. Maar weet je, in Diemen heb ik nooit de kans gehad om lekker te fietsen. Ja, in het bosje langs de snelweg, maar dan was je met 2 minuten ook wel doorheen. Toen ik hier woonde en ontdekte dat er zo vlak bij mijn huis al een mountainbike route is, werd ik echt superblij.’
Tom:
‘Dat vind ik ook het mooie aan Flevoland. Ik woon hier al mijn hele leven en net als veel leeftijdsgenoten riep ik als tiener heel hard dat ik weg zou gaan. Nooit gedaan. Familie en vrienden zijn belangrijk voor mij, en die wonen hier ook nog steeds. Inmiddels heb ik twee jonge kinderen en die ruimte is superfijn. Ze kunnen veilig buiten spelen, lekker in het groen.’
Roel:
‘Weet je wat ik zo mooi vind aan Flevoland? Er is écht nagedacht over hoe het leuker kan. De mountainbikepaden zijn net zo mooi als op de Veluwe; soms kom je vier hobbels achter elkaar tegen, dan weer een slingerstuk vol bochten.’
Tom:
‘Besef je dan ook dat je eigenlijk op de voormalige zeebodem fietst?’
Roel:
‘Jazeker! Alles is hier met de hand gemaakt. Oké, de bomen zijn allemaal geplant. Maar dat is niet erg, vind ik. Het is heel knap gedaan.’
Tom:
‘We moeten het eigenlijk een beetje stilhouden, want straks wordt het hier net zo druk als op de Veluwe of de Utrechtse Heuvelrug. Je kunt hier mountainbiken zonder in de file te staan. Ik hoop dat dat zo blijft!’
