Over wat er overblijft als het verhaal geen verteller meer heeft.
De wereld helt over. Mensen lossen langzaam op, machines nemen het stokje over. Midden op het toneel staat de Superdrum: een kolossaal gevaarte van honderd trommels, aangestuurd door motoren uit gesloopte auto’s – piepende ruitenwissers, knipperende relais, ratelende startmotoren. De beat komt niet langer uit een hart, maar uit schroot. Terwijl die metalen band warmdraait, staat actrice Jacobien Elffers als laatste mens te schreeuwen in de wind. Hoe klonk het begin? Hoe klinkt het einde? En hoe hou je een verhaal levend als er straks niemand meer leeft om het te vertellen?
SUPERDRUM is poëzie op tandwielen: een scheppingsverhaal dat raast van Swahili-mythen naar half vergeten Noorse sagen, van oertijd tot kunstmatige evolutie. Het is een ode aan traag denken, vergeten en accepteren dat je nooit alles zult weten.
Z…
Over wat er overblijft als het verhaal geen verteller meer heeft.
De wereld helt over. Mensen lossen langzaam op, machines nemen het stokje over. Midden op het toneel staat de Superdrum: een kolossaal gevaarte van honderd trommels, aangestuurd door motoren uit gesloopte auto’s – piepende ruitenwissers, knipperende relais, ratelende startmotoren. De beat komt niet langer uit een hart, maar uit schroot. Terwijl die metalen band warmdraait, staat actrice Jacobien Elffers als laatste mens te schreeuwen in de wind. Hoe klonk het begin? Hoe klinkt het einde? En hoe hou je een verhaal levend als er straks niemand meer leeft om het te vertellen?
SUPERDRUM is poëzie op tandwielen: een scheppingsverhaal dat raast van Swahili-mythen naar half vergeten Noorse sagen, van oertijd tot kunstmatige evolutie. Het is een ode aan traag denken, vergeten en accepteren dat je nooit alles zult weten.
Zij: “Je weet niet hoe we zijn ontstaan. Je weet niet wat ik allemaal vergeten ben.”
De machine: “Vertel het me dan.”