Erfgoedhuis Almere nodigt je uit om op dinsdag 28 mei mee terug te gaan naar het Almere van bijna 50 jaar geleden. Sietske van Oogen, bewoner vanaf het eerste moment, neemt je aan de hand van haar verhalen en foto’s mee naar de start van de politiek en hoe het mogelijk was dat er zoveel verenigingen waren in Almere.
Bij het ontstaan van Flevoland in 1955 waren er nog geen gemeentes zoals wij die nu kennen, maar een Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders met een Landdrost aan het hoofd. In 1975 werd Han Lammers Landdrost die de gemeentelijke taken en bevoegdheden kreeg toebedeeld, bijgestaan door een Adviesraad in Lelystad. Vanaf 1978 kwam er een Almeerse adviesraad met leden uit Almere gekozen middels het kiesstelsel vanuit politieke partijen. Maar ook in de periode 1976 -1978 was het besturen van Almere democratisch geregeld!
Sietske…
Erfgoedhuis Almere nodigt je uit om op dinsdag 28 mei mee terug te gaan naar het Almere van bijna 50 jaar geleden. Sietske van Oogen, bewoner vanaf het eerste moment, neemt je aan de hand van haar verhalen en foto’s mee naar de start van de politiek en hoe het mogelijk was dat er zoveel verenigingen waren in Almere.
Bij het ontstaan van Flevoland in 1955 waren er nog geen gemeentes zoals wij die nu kennen, maar een Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders met een Landdrost aan het hoofd. In 1975 werd Han Lammers Landdrost die de gemeentelijke taken en bevoegdheden kreeg toebedeeld, bijgestaan door een Adviesraad in Lelystad. Vanaf 1978 kwam er een Almeerse adviesraad met leden uit Almere gekozen middels het kiesstelsel vanuit politieke partijen. Maar ook in de periode 1976 -1978 was het besturen van Almere democratisch geregeld!
Sietske van Oogen was vanaf het begin betrokken bij openbaar bestuur in Almere en zal haar verhalen hierover delen. Wat kunnen wij nu leren van de verhalen van vroeger? Daarnaast zal van Oogen de aandacht vestigen op de vele verenigingen. Vanaf het begin was er een enorme behoefte om iets te doen in Almere. Er waren amper 1000 bewoners, maar de ene na de andere vereniging kwam op, voor; scouting, cabaret, winkeliers en zelfs voor carnaval. Volgens van Oogen hoefden er maar twee Almeerders bij elkaar te komen en er ontstond een vereniging.
